Even een vraag voor je….die helpend kan zijn in jouw omgang met je kind:  Waar zit jouw onzekerheid als moeder of vader? 

Ik zie in mijn praktijk veel ouders worstelen met hun eigen onzekerheid in de opvoeding. En logisch, want je wilt als ouders het beste voor je kind, maar opvoeden is geen concrete wetenschap van 1+1= 2. Daarbij breng je ook nog eens je eigen normen en waarden mee uit jouw opvoeding, die je misschien koestert en door wilt geven. Of waar je juist vanaf wil omdat niet bij jou of jouw gezin past. 

Ik hoor regelmatig vragen als “hoe zorg ik dat ik beter weet wat er in mijn kind omgaat?” Of “hij wordt vaak zo boos, ik weet niet hoe ik dat kan voorkomen of wat ik dan moet doen.”

Vaak proberen ouders van alles om hun kind te helpen, vaak door elkaar of tegelijkertijd. 

Je hoort en leest van alles op social media of in tijdschriften, je krijgt tips van vrienden of familie en de leerkracht op school geeft je ook nog wat handvatten mee. Een overload dus. Tel daarbij op dat we nog al eens kritiek kunnen hebben op elkaars opvoeding, wat veel ouders het gevoel geeft onder een loep te liggen en de druk op ‘het goed doen’ verhoogt. 

 Je wil het goed doen voor je kind en gaat aan de slag met de tips en adviezen, maar ze werken niet of niet voldoende en je zit hoe langer hoe meer met je handen in het haar. 

Herkenbaar? 

Ik geef je graag 7 tips hoe je hier mee om kan gaan: 

  • Blijf zoveel mogelijk bij jezelf! Alle tips en adviezen zijn rationele handvatten en oplossingen van anderen en het is fijn dat die er zijn. Als ouder weet je daarnaast intuïtief heel goed wat jouw kind nodig heeft. Luister eens wat je hart en buik je vertellen.  
  • Luister naar tips en adviezen van anderen en selecteer daarna wat bij jou past. Je hoeft niet alles aan te nemen en uit te voeren! Wat voor een ander werkt, hoeft niet te passen binnen jouw gezin. 
  • Voorkom dat je allerlei tips en adviezen tegelijk of door elkaar gaat gebruiken. Dat werkt eerder verwarrend dan verhelderend. Beter één of twee adviezen goed inzetten, dan tien half. 
  • Je mag het soms ook even niet weten. Je hoeft als ouder niet de alwetende te zijn! Het zou je kind het idee kunnen geven dat je als volwassenen altijd overal antwoord op moeten weten. En wij weten dat dat niet zo is. Zeg gerust tegen je kind: “ik vind het heel vervelend voor je, ik weet ook even niet hoe we dit oplossen.  Ik denk er over na.“  
  • Toon je gevoel! Je kind mag best wel eens zien dat jij je bezorgd voelt of verdrietig of geïrriteerd. Wanneer je dit verstopt zal je kind vooral voelen dat tussen wat jij zegt en wat je uitstraalt een verschil zit. En daar wordt je kind alleen maar onzeker van, met ‘vervelend gedrag’ tot gevolg. 
  • Je hoeft niet altijd alles op te lossen! Het is jouw taak als ouder om je kind zelfstandig te maken en oplossingsvaardigheden aan te leren. Het is in sommige situaties beter om je kind vragen te stellen, zodat hij/zij zelf gaat nadenken over een oplossing in plaats dat jij in de bres springt. Je kan je kind ook altijd vragen “welke hulp heb je van mij nodig?” Zo geef je je kind eigenheid én (zelf)vertrouwen. 

Praat met je kind in plaats van tegen je kind. We hebben als ouders de neiging om te zeggen wat en hoe ons kind dingen moet doen. Terwijl kinderen vaak zelf hele goede ideeën hebben, maar wat hulp nodig hebben om ze concreet te krijgen. Nodig je kind uit te vertellen, stel vragen om te verdiepen of te verduidelijken en durft te vertrouwen op de kennis van je kind. Hoe onhandig een plan ook in jouw oren klinkt, omarm het, geef je kind de kans het uit te proberen en ben er bij de uitkomst! (en vermijd dan “ik had je gewaarschuwd” Liever: “wat jammer dat het niet gelukt is.”)