Omgaan met (faal) angst
Faalangst hebben is vervelend. We kennen allemaal wel dat gevoel dat je je onzeker voelt als je een presentatie moet geven, je een beoordeling krijgt of wanneer tijdens een wedstrijd de druk van presteren op je schouders voelt.
Een beetje spanning kan geen kwaad- sterker nog- het kan je motor zijn om net even dat beetje extra te geven op dat moment.
Het wordt wel vervelend als de spanning in deze situaties omslaat in spanning die je belemmert. Die ervoor zorgt dat je blokkeert, lichamelijke klachten krijgt of het je functioneren negatief beïnvloed.
We spreken dan van faalangst.
Er zijn 3 vormen van faalangst te onderscheiden:
- sociale faalangst: in sociale situaties voel je je erg onzeker. Je slaat dicht, vraagt je constant af wat een ander van je denkt.
- prestatie-faalangst: een toets maken, een leesbeurt in de klas, een presentatie moeten geven: zodra er een beoordeling aan hangt klap je dicht en ga je stotteren.
- sport-faalangst: als je over de kast moet springen loop je er tegenaan , je hebt kans voor open doel maar schiet naast, als jij de bal in handen krijgt verstijf je totaal . Kortom, zodra het op sporten aankomt, sla je dicht.
Welke vorm van faalangst je ook hebt, in de basis komt het op hetzelfde neer: je hebt negatieve gedachten naar jezelf, die ervoor zorgen dat je angst en spanning voelt en niet meer tot presteren komt.
In dramatherapie werken we aan de volgende doelen om faalangst te verminderen:
- vergroten van zelfvetrouwen en zelfbeeld
- leren herkennen van negatieve gedachten en deze ombuigen in positieve gedachten
- het opdoen van succeservaringen
Middels elementen uit de Cognitieve gedragstherapie (CGT) en Rationele Emotieve therapie (RET) gaan we op een actieve wijze aan de slag met de doelstellingen.
Doormiddel van rollenspellen, lichaamsgerichte oefeningen, onstpanningsoefeningen, en spellen wordt er geoefend met nieuwe vaardigheden.
Doorgaans zijn er 5-10 sessies nodig om de doelstellingen te behalen.